De plannen om de Frontstreek in de Westhoek als UNESCO-werelderfgoed te doen erkennen, zijn niet nieuw. Voor zo’n erkenning verwacht de UNESCO dat men als overheid eerst de nodige initiatieven neemt om het optimale behoud van de voorgestelde goederen te verzekeren. Vlaams Minister Geert BOURGEOIS gaf in zijn beleidsnota al aan dat hij de slagvelden in de Westhoek wil beschermen voor 2014. Bijgevolg bakende de Minister de projectzone in het voorjaar van 2009 reeds af. Maar om nu nog voor 2014 alle nodige stappen te nemen via het gebruikelijke stedenbouwkundige instrument van de ankerplaatsen en erfgoedlandschappen, is het al te laat. Daarom wil de Minister voor de hele zone een specifieke gewestelijke stedenbouwkundige verordening (GSV) laten uitvaardigen, verduidelijkt hij in zijn antwoord op een vraag om uitleg aan Open Vld’er Dirk VAN MECHELEN.
Deze procedure is volgens BOURGEOIS heel eenvoudig want een beslissing ter zake kan eenvoudigweg genomen worden door de Vlaamse Regering. Via die verordening kan de regering stedenbouwkundige voorschriften opleggen in de 600 vierkante kilometer tellende projectzone. Deze zijn mogelijks: voorwaarden over de fraaiheid en de esthetische waarde van de bouwwerken, de installaties en hun omgeving; eisen met betrekking tot de aanleg van groen en beplantingen; voorwaarden opleggen of het uitsluiten van functiewijzingen binnen die zone; enz.
En daar wringt het schoentje… Open Vld Westhoek vindt dit strijdig met de eerdere uitspraken van de Minister die hij in de pers deed en waar hij stelde dat “de titel van Werelderfgoed slechts een label is, één met een grote internationale uitstraling en toeristische meerwaarde, maar geen juridische gevolgen. Er komen bijkomende beschermingen, maar daarbij zullen we rekening houden met de dynamiek van de streek. Het wordt trouwens geen volledige bescherming van de hele regio”. Laurent HOORNAERT, Voorzitter Open Vld Westhoek: “Het is juist dat het UNESCO-label op zich geen juridische gevolgen heeft. Maar wij vrezen dat de voorwaarden van een GSV waaraan men dient te voldoen om die erkenning te verkrijgen te streng zijn. Daarom zijn wij niet voor een UNESCO-erkenning.
Wij pleiten voor een maximale vrijheid en behoud van de toekomstige ontplooiingskansen voor bedrijvigheid en de landbouw binnen de Westhoek. Daarom scharen wij ons achter de standpunten van VOKA, UNIZO en het ABS die een dergelijke erkenning eveneens niet genegen zijn. Tenslotte blijven wij bij ons standpunt dat de A19 op termijn de beste oplossing zal blijken te zijn en daarom vinden wij dat een UNESCO-erkenning een bijkomend ‘slot’ is op de toekomstige ontsluiting van onze Westhoek”.