In het Vlaams parlement kaartte Emmily Talpe (Open Vld) bij minister van werk Philippe Muyters aan dat sommige werkzoekenden zich benadeeld voelen door de VDAB omdat ze beperkt of niet actief zijn op het internet. “Voor deze groep mensen is het moeilijker om bijvoorbeeld via mail vacatures te ontvangen of om online opleidingen te volgen. Dit probleem kan hen hinderen in hun zoektocht naar werk,” legt Talpe uit. Minister Muyters erkende dat er inderdaad een digitale kloof is. Hij beloofde inspanningen te leveren om het probleem in kaart te brengen en zo gepast te kunnen ingrijpen.
Wat het liberale parlementslid zorgen baart, is dat een deel van de werklozenpopulatie geen gebruik kan maken van de digitale mogelijkheden van de VDAB, omdat ze niet mee is met de nieuwe technologie of die net kunnen aanschaffen. “We weten bijvoorbeeld dat er heel wat werkzoekenden zijn die besparen op de kosten van een internetabonnement op het ogenblik dat ze werkloos worden en het met een lager inkomen moeten rooien”, verduidelijkt Talpe. “Het probleem is echter dat wie geen online dossier heeft niet over een gepubliceerd cv beschikt, waardoor ze niet kunnen gevonden worden door potentiële werkgevers. Mensen die geen login bij de VDAB hebben, kunnen ook geen online opleidingen volgen bij de VDAB-clubs. Bijgevolg voelen heel wat werklozen zich gediscrimineerd en beknot in zijn of haar tewerkstellingskansen, net omdat ze die online toepassingen mislopen.”
Muyters bevestigde dat de VDAB inderdaad geconfronteerd wordt met de bezorgdheden van klanten die door digitalisering uit de boot zouden vallen. Recent werd daarom beslist een digitaal portret van het publiek op te stellen om zo precies te kunnen weten hoeveel mensen geen emailadres hebben of digitaal minder vaardig zijn. Zo hoopt VDAB een beter zicht te krijgen op het probleem. De minister benadrukte dat ook ingezet zal worden op de begeleiding van de werkzoekenden die moeilijk overweg kunnen met de nieuwe digitale toepassingen. Binnenkort wordt een chat en een co-browse service gelanceerd, waarbij de consulent kan volgen wat op het computerscherm van de klant gebeurt en gepaste aanwijzingen kan geven. Tot slot onderzoekt de VDAB de mogelijkheid om de digitale services in andere talen dan het Nederlands aan te bieden.
Emmily Talpe toonde zich tevreden met het antwoord van de minister. “Het is goed dat de VDAB beseft dat er een digital gap is en dat dit met objectieve gegevens in kaart wordt gebracht. Op termijn zal het aantal mensen dat geen internettoegang heeft of niet digitaal vaardig is automatisch dalen. De kloof wordt dus wel kleiner, maar tegelijkertijd ook dieper. Daarom moeten we ten volle investeren in ondersteuning en opleidingen over digitale vaardigheden,” besloot de Ieperse.