VILT – 2/11/2016
Seizoenarbeid in de tuinbouw kan een goede eerste werkervaring zijn voor Vlaamse jongeren en werkzoekenden. Het kan een opstap zijn naar een vaste job in de tuinbouw, zo antwoordt minister van Werk Philippe Muyters op een vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Emmily Talpe (Open Vld). Zij vroeg hiernaar in opvolging van een overleg dat eerder dit jaar plaatsvond tussen VDAB en Boerenbond. Tuinders geven openstaande vacatures nog te weinig in beheer van VDAB. Omgekeerd hebben zowel de VDAB als werkzoekenden geen juist beeld van de jobkansen en doorgroeimogelijkheden op een tuinbouwbedrijf. In de tuinbouw kunnen behalve seizoenarbeiders ook andere profielen aan de slag.
Medewerkers vinden is een oud zeer voor tuinders die hun bedrijf uitbreiden en daardoor nood hebben aan seizoenarbeiders en geschoolde vaste werknemers. Bij de populatie werkzoekenden in Vlaanderen wil dat niet echt lukken zodat vaak een beroep gedaan wordt op buitenlandse seizoenarbeiders. De sector heeft zijn imago niet mee, in de zin dat de buitenwereld denkt dat tuinders enkel repetitief werk kunnen aanbieden aan laaggeschoolden.
“De Vlaamse tuinbouw heeft aan zijn imago als werkgever gewerkt”, constateert Vlaams parlementslid Emmily Talpe (Open Vld). In de VDAB vinden tuinders een belangrijke (maar vaak vergeten) partner bij het invullen van vacatures. Boerenbond nam de leidinggevenden van VDAB eerder dit jaar mee naar twee tuinbouwbedrijven opdat ze zelf zouden zien welk takenpakket op een werknemer wacht en welke competenties dit vergt. De inspanningen die VDAB tot dusver leverde, gaven niet de verhoopte resultaten. Een generieke aanpak lijkt niet te werken.
Uit het overleg met Boerenbond heeft VDAB een aantal lessen getrokken. Vlaams minister van Werk Philippe Muyters informeert parlementslid Talpe hierover: “Werkzoekenden kennen de jobmogelijkheden in de tuinbouw onvoldoende. De sector wordt nog vaak geassocieerd met tijdelijke en onzekere tewerkstellingsmogelijkheden (seizoenarbeid), ongunstige werkomstandigheden (bv. buiten werken) en een focus op jobs voor laaggeschoolden.”
Nog volgens VDAB en minister Muyers hebben tuinders het op hun beurt lastig om werkzoekenden te bereiken. “Er is dus nood aan een transparante informatiedoorstroming vanuit de sector naar de werkzoekenden en naar de VDAB-medewerkers”, analyseert Muyters. “De sector maakt ook te weinig gebruik van de dienstverlening van VDAB. In 2015 werd door de bedrijven slechts 15 procent van de gekende vacatures in beheer van VDAB gegeven.”
De Limburgse fruittelers weten VDAB wél te vinden. Zij melden 55 procent van de gekende vacatures aan, “een gevolg van de jarenlange samenwerking tussen VDAB-Limburg en de fruitsector”, aldus minister Muyters. “Indien VDAB dus beter zicht heeft op de vacatures doordat werkgevers deze ook actief melden, kan ook werk gemaakt worden van een efficiëntere matching. Vacatures worden via de automatische matchingstools gemeld aan de werkzoekende.”
VDAB heeft aan de minister laten weten dat het de samenwerking met de tuinbouwsector zal optimaliseren. De mogelijkheden voor werkzoekenden zijn velerlei. VDAB ziet seizoenarbeid als een goede eerste werkervaring voor jongeren of werkzoekenden, of als opstap naar een volwaardige baan. Binnen het vaste werkcircuit wil VDAB de doorgroeimogelijkheden in de tuinbouw vergroten door in het onderwijs te sleutelen aan de noodzakelijke competenties en nadien door werkplekleren.
Werk aan de winkel is er om technisch geschoolden en hoger geschoolde werkzoekenden op de jobkansen in de tuinbouw te wijzen. Een aanpak op maat is nodig want de sector is erg verscheiden, van fruitteelt in Limburg tot groenteteelt onder glas in Antwerpen en groenten in open lucht in West-Vlaanderen. “Er zal onderzocht worden hoe en waar een ‘regionale tuinbouwcel’ kan opgericht worden”, belooft minister Philippe Muyters.
Bron: VILT – Vlaams Informatiecentrum Land- en Tuinbouw (www.vilt.be)
Beeld: Loonwerk Defour