De Gazet van Antwerpen – 29/11/2016
Dat blijkt uit cijfers die Vlaams Parlementslid Emmily Talpe (Open Vld) heeft opgevraagd bij Vlaams minister van Werk Philippe
Muyters (N-VA). In 2014 volgden 1.723 mensen die door een geneesheer van de mutualiteit arbeidsongeschikt zijn verklaard, een
trajectbegeleiding naar werk. In de eerste negen maanden van 2016 waren dat er 3.035. Dat is al een stijging van 76% ten opzichte
van 2014. Meer dan waarschijnlijk zal het aantal arbeidsongeschikten dat zich naar een job laat begeleiden, dit jaar dus minstens
verdubbelen.
“Dat komt omdat steeds meer burgers beseffen dat ziek zijn niet altijd gepaard moet gaan met inactiviteit”, zegt Shaireen Aftab,
woordvoerster van VDAB. “Bovendien beseffen werkgevers stilaan dat mensen met gezondheidsproblemen zeer goede
werknemers kunnen zijn en dat ze dus kansen op – al dan niet aangepast – werk moeten krijgen. Ook belangrijk is de rol van de
adviserende geneesheer van de mutualiteit, die de laatste jaren steeds meer als activator wordt ingezet”, zegt Aftab.
Ruim een derde van de arbeidsongeschikten die een traject naar werk volgen, vindt uiteindelijk een job. Dat blijkt uit cijfers van de
vzw GTB, die nauw samenwerkt met VDAB om mensen weer aan het werk te krijgen. 27% vindt een gewone job. 8% kan terecht in
een beschuttende werkplaats of een andere vorm van sociale
Van ‘ik mag niet meer werken’ naar ‘ik wil weer aan het werk’
In 2014 stapten 1.723 arbeidsongeschikten in Vlaanderen in een trajectbegeleiding naar werk. In de eerste negen maanden van
2016 waren dat er 3.035. Voor heel 2016 klokken we dus wellicht af op meer dan een verdubbeling in twee jaar tijd.
De cijfers raken bekend dankzij Vlaams Parlementslid Emmily Talpe (Open Vld), die ze opvroeg bij Vlaams minister van Werk
Philippe Muyters (N-VA).
Succesvolle stages
Paul Smets (50) uit Ekeren is een van de 3.035 arbeidsongeschikten die vandaag toch werk zoeken. “Ik heb al tien jaar geen job
meer”, zegt hij. “Ik was ploegbaas in een magazijn in de metaalsector, maar door hevige angstaanvallen moest ik daarmee stoppen.
Ik krijg vooral stress in de auto. Laatst probeerde ik nog eens de autostrade op te rijden. Toen ik op de oprit was, werd de angst zo
groot dat ik achteruit ben gereden. Dat is levensgevaarlijk, maar het kon echt niet anders. Ik kan de stress van het drukke verkeer
gewoon niet aan.”
Paul ging een tijdje naar een psycholoog. “Dat leek even te helpen, maar mijn bezoeken worden niet terugbetaald door de
mutualiteit, waardoor ik niet meer kan gaan.”
Paul Smets heeft nochtans veel kwaliteiten. “Als ploegbaas had ik een functie met veel verantwoordelijkheid. Maar als ik tijdens een
sollicitatie over mijn angstaanvallen vertel, is de kans dat ik word aangenomen niet zo groot. De geneesheer van de mutualiteit
verklaart me dan ook arbeidsongeschikt. Toch wil ik graag werken. Ik ben het thuiszitten beu en ik heb drie jongvolwassen kinderen
die niet goedkoop zijn.”
Paul Smets stapte daarom vier maanden geleden naar de vzw GTB (Gespecialiseerde dienst voor Trajectbepaling en -Begeleiding)
in Antwerpen, een organisatie die in samenwerking met VDAB mensen met een arbeidshandicap aan werk helpt.
“Dankzij GTB heb ik een maand stage gedaan als begeleider in een dagcentrum voor mensen met een mentale handicap. Nu doe ik
stage als begeleider in een beschutte werkplaats. Het is onbetaald, maar ik doe werkervaring op en ik behoud mijn uitkering. Van
angstaanvallen heb ik tijdens mijn stages nog geen last gehad. Ik rijd wel met de auto naar het werk, maar dan via binnenwegen,
dus niet via de autosnelweg. Het gaat nu beter met mij. Hopelijk vind ik in de komende maanden een betaalde job.”
Niet per se inactiviteit
Hoe komt het dat steeds meer arbeidsongeschikten, net als Paul, toch de stap naar werk zetten? “Omdat steeds meer mensen
beseffen dat ziek zijn niet altijd gepaard moet gaan met inactiviteit”, zegt Shaireen Aftab, woordvoerster van VDAB. “Bovendien
beseffen werkgevers stilaan dat mensen met gezondheidsproblemen zeer goede werknemers kunnen zijn en dat ze dus kansen op,
al dan niet aangepast, werk moeten krijgen.”
“Ook belangrijk is de rol van de adviserende geneesheer van de mutualiteit, die de laatste jaren steeds meer als activator wordt
ingezet. Hij kan een patiënt bijvoorbeeld laten weten dat die over een halfjaar opnieuw klaar zal zijn voor de arbeidsmarkt, waardoor
die patiënt proactief moeite moet doen om werk te vinden. Tot slot is er een steeds betere samenwerking tussen VDAB, de
ziekteverzekering Riziv en andere instanties”, zegt Shaireen Aftab.
Ruim derde vindt job
VDAB werkt voor de activering van arbeidsongeschikten nauw samen met de vzw GTB. “Wij geven de patiënten altijd een zeer
persoonlijke begeleiding die gemiddeld anderhalf jaar duurt”, zegt Lies Janssens, teamcoach van GTB in Antwerpen.
“We gaan na wat de sterke kanten van de persoon zijn en wat hij of zij graag wil doen. Soms laten we iemand een opleiding volgen,
soms is een stage een goed idee. Bij een stage gaan we bijvoorbeeld na welke werkgevers ervoor openstaan om iemand met een
beperking een kans te geven. We moedigen vooral zelfredzaamheid aan, zodat de persoon de kans krijgt om een reguliere job te
doen.”
Uit cijfers van GTB uit 2015 blijkt dat ruim een derde van de arbeidsongeschikten dat een traject naar werk volgt, een job vindt. 27%
vindt een gewone job. 8% kan terecht in een beschutte werkplaats of een andere vorm van sociale tewerkstelling.
christof willocx