In het Vlaams parlement heeft Vlaams volksvertegenwoordiger Emmily Talpe (Open Vld) minister Muyters gevraagd welke initiatieven hij wil nemen om de werkbaarheidsgraad bij werknemers en zelfstandigen te verbeteren. “Uit een driejaarlijks rapport van de Stichting innovatie en arbeid blijkt immers dat die werkbaarheidsgraad niet stijgt, maar daalt. Ook het aantal burnouts neemt sterk toe. Dit is een wake up call om een versnelling hoger te schakelen”, vindt Talpe.
In 2001 hebben de Vlaamse regering en de sociale partners zich geëngageerd om een werkbaarheidsgraad voor werknemers van 60% te behalen tegen 2020. “Het gaat dan niet alleen om welbevinden op het werk, maar ook de balans privé-werk, motivatie en psychische gezondheid. Het ultieme doel is om mensen langer en vooral gelukkiger aan het werk te houden”, verduidelijkt volksvertegenwoordiger Emmily Talpe. Uit een rapport van de Stichting Innovatie en Arbeid blijkt nu echter dat het aantal Vlaamse werknemers dan zijn of haar job als werkbaar beschouwd is gedaald van 54 naar 51%. Ook bij zelfstandigen zit de werkbaarheidsgraad in een negatieve tendens. “Wil Vlaanderen de target van 60% halen, dan moeten we de komende jaren dus maar liefst 9 procentpunten stijgen. Omdat we nog een lange weg te gaan hebben, wilde ik van minister Muyters graag weten welke initiatieven hij hiertoe wil nemen”, aldus Talpe.
Aansluitend verwees het Ieperse parlementslid in haar vraag ook naar een onderzoek van radiozender Joe.FM en onderzoeksbureau iVox. Daarin geeft 1 veertiger op 3 aan van job te willen veranderen. In de praktijk voegt slechts 1 op 10 daad bij woord en gaat effectief op zoek naar een nieuwe job. “Er is dus een duidelijk verschil tussen hart en verstand, of tussen droom en daad,” zegt Talpe. “We moeten nadenken over hoe we werknemers sneller en gerichter kunnen aanmoedigen om zich professioneel te heroriënteren.”
In zijn antwoord bevestigde Minister Muyters onmiddellijk niet tevreden te zijn met de resultaten van het rapport. Hij kondigde aan binnenkort met de sociale partners aan tafel te zullen schuiven om samen te bekijken welke maatregelen genomen kunnen worden. Daarbij zal ook rekening gehouden worden met de verschillen in resultaten tussen de sectoren. Wat betreft de professionele heroriëntatie verwees de minister naar bestaan van de loopbaancheques, waarmee werknemers met een specialist kunnen samenzitten om hun loopbaan te bespreken.
Talpe toonde zich tevreden met het antwoord van de minister en benadrukte nog dat dat werkbaar werk niet alleen een zaak van en voor ouderen is. Ook voor twintigers, dertigers en veertigers, de zogenaamde spitsuurgeneratie die per definitie nog een lange loopbaan voor de boeg hebben, is het belangrijk dat ze zich op hun werkplek goed in hun vel voelen. De Ieperse besefte dat een heroriëntatie daarbij niet de enige heiligmakende oplossing is. “Er zal ook anders gewerkt moeten worden in ondernemingen: flexibeler, meer resultaatsgericht en meer betrokkenheid van de werknemer. Ik roep de minister op om alles uit de kast te halen om de werkbaarheid te verbeteren en het target van 60% in 2020 te halen.”