Gemeenteraad Ieper – 6/03/17
Open Ieper-fractieleider Emmily Talpe vroeg het Ieperse stadsbestuur om de rubberkorrels op het kunstgrasveld aan het Crackstadion in de Picanollaan te onderzoeken. Volgens een aantal onderzoekers zouden rubberkorrels op kunstgrasvelden immers schadelijke chemische stoffen kunnen bevatten.
Eind vorig jaar ontstond er enige paniek omdat de rubberkorrels die op kunstgrasvelden liggen chemische stoffen kunnen bevatten die kankerverwekkend zijn. Sindsdien is er enige onduidelijkheid over de juistheid van deze informatie. “Vorige week nog stelde het Europees Agentschap voor Chemische Stoffen (ECHA) dat er weinig reden tot bezorgdheid is, maar dat er niettemin een aantal onzekerheden zijn”, verduidelijkt Vlaams parlementslid Emmily Talpe. “Daarom suggereerde het Agentschap om de huidige Europese normen toch bij te stellen zodat er minder kankerverwekkende stoffen voorkomen in de rubberkorrels. Ook vindt ze dat de eigenaren van kunstgrasvelden hun rubberkorrels moeten laten onderzoeken en hierover duidelijk moeten communiceren.”
Op vraag van de Vlaamse regering onderzoekt Recytyre, die het Belgisch afvalbeheer van autobanden organiseert, staaltjes van rubberkorrels op de voetbalvelden van lokale sportclubs en besturen. Dit gebeurt onder toezicht van een onafhankelijke toxicoloog. Recytyre zelf neemt de kosten voor de onderzoeken op zich. Emmily Talpe wou van het stadsbestuur weten of Ieper de rubberkorrels op het kunstgrasveld aan het Crackstadion in de Jaime Picanollaan zal laten onderzoeken.
Schepen Dehaene bevestigde dat op het kunstgrasveld rubberkorrels aanwezig zijn, maar dat een onderzoek niet noodzakelijk was. Na navraag bij de leverancier kon het stadsbestuur immers concluderen dat de korrels die gebruikt worden op de Ieperse kunstgrasvelden niet behoren tot die generatie waar problemen mee zijn. Talpe vroeg Dehaene of hij die bevestiging ook op papier heeft staan, wat de schepen bevestigde. “Het is goed dat het stadsbestuur nu duidelijkheid heeft over de aard van de rubberkorrels en hierover ook correct kan communiceren naar de gebruikers van het veld,” besloot Talpe.