Gemeenteraad Ieper – 6/3/17
Maandag werd op de Ieperse gemeenteraad het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) voor de volgende twee decennia voorgesteld. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan geeft de visie van Ieper weer op de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen (wonen, economie, …), zowel op korte als op lange termijn. Het huidige GRS dateerde al van 2000 en wordt nu dus herzien.
Open Ieper-fractieleider Emmily Talpe merkte op dat in het GRS eigenlijk net alle pijnpunten werden aangehaald die haar partij al talloze keren heeft aangekaart, maar waar ze telkens van alle kanten de wind van voren kreeg: “Dan heb ik het onder meer over het stagnerend aantal Ieperlingen, de brain drain, het aantrekken van beroepsactieve inwoners, de vergrijzing en stijgend aantal alleenwonenden, het anticiperen op het groeiende tekort aan sportinfrastructuur, de nood aan bedrijventerreinen, … ”, verduidelijkt het Ieperse parlementslid.
Open Ieper uitte tijdens de bespreking ook ernstige bedenkingen bij de keuzes die gemaakt worden in het GRS. “Onze fractie leest wel ambitie in het ontwerp van herziening, maar mist het in de uitvoering. We stellen we vast dat er heel wat essentiële “voorwaardelijkheden” zijn: op voorwaarde dat de kazerne vrij komt, op voorwaarde dat Reigersburg kan gerealiseerd worden, op voorwaarde dat de hogere overheid ons wil volgen, … Maar wat als die voorwaarden zich niet voltrekken, waar staan we dan? Dan is die herziening te weinig ruim wat betreft alternatieve scenario’s of veel te voorbarig en hadden we effectief beter gewacht tot er meer zekerheid was en hadden we meteen ook rekening kunnen houden met het nieuwe ontwerp beleidsplan Vlaanderen”, besloot Talpe.
Lees hieronder de volledige tussenkomst van Emmily Talpe:
Collega’s, ik had geen verwachtingen over mogelijke aanpassingen aan het GRS na onze tussenkomst en die verwachtingen zijn dus ook ingelost.
Het absurde is dat het informatieve deel van het GRS eigenlijk net alle pijnpunten aanhaalt die onze fractie al talloze keren heeft aangekaart en waar we van alle kanten de wind van voren kregen, het stagnerend aantal Ieperlingen, de brain drain, het aantrekken van beroepsactieve inwoners, de vergrijzing en stijgend aantal alleenwonenden, het anticiperen op het groeiende tekort aan sportinfrastructuur, de nood aan bedrijventerreinen waar we ons trouwens ook storen aan het koppig tegenhouden van de realisatie van hoge akker II in Vlamertinge terwijl dit net voor het grijpen ligt.
Het aanbieden van ruimte voor wonen is ook niet de enige zaligmakende oplossing om Ieper meer sexy te maken voor jonge mensen.
We moeten een totaalpakket aanbieden, een beleving.
Onze fractie leest wel ambitie in het ontwerp van herziening maar mist het in de uitvoering.
En vooral stellen we vast dat er heel wat essentiële “voorwaardelijkheden” zijn, op voorwaarde dat de kazerne vrij komt, op voorwaarde dat Reigersburg kan gerealiseerd worden, op voorwaarde dat de hogere overheid ons wil volgen. Maar wat als die voorwaarden zich niet voltrekken, waar staan we dan? Dan is die herziening te weinig ruim wat betreft alternatieve scenario’s of veel te voorbarig en hadden we effectief beter gewacht tot er meer zekerheid was en hadden we meteen ook rekening kunnen houden met het nieuwe ontwerp beleidsplan Vlaanderen.
We staan voor een mijlpaal met de herziening van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan.
We leggen de contouren vast van de toekomst van onze stad, niet alleen visueel maar ook haar dynamiek, haar groei, haar welvaart.
En net daarom, omdat we de kans krijgen om het potentieel van Ieper te maximaliseren, is het GRS van zo’n belang.
En de eerste pagina van de synthese die klinkt veelbelovend. Daar spreekt men van ambitie, 14de centrumstad van Vlaanderen, Ieper 2040, inzetten op verjonging en dynamiek.
Mooie woorden absoluut, maar in de uitwerking, in de keuzes die gemaakt worden blijven we op onze honger zitten.
Een structurele honger waar enkele boterhammen niet genoeg zullen zijn, Ieper heeft vitaminen nodig, een pepkuur, en geen infuus.
De analyse van Antheagroup, de ontwerper van de herziening, over Ieper op vandaag en de evolutie sedert de laatste twee decennia, bevestigt wat onze fractie al jaren aankaart: een alarmerende status quo in aantal Ieperlingen, de toenemende vergrijzing en een sterke gezinsverdunning: op 20 jaar tijd is het aantal alleenwonenden in Ieper bijna verdubbeld.
Vorige week las ik in de pers het “zogenaamd goede nieuws” dat we terug de kaap van 35.000 inwoners halen en dat voor het eerst sedert 2012.
Wel die 56 meer inwoners in 2016 tov 2015 maken mij echt niet vrolijk. Dat we al een halve eeuw rond de 35.000 inwoners draaien moet ons verontrusten. Er zit “zero zero zero” groei in, integendeel, we vergrijzen al maar meer en niemand lijkt er wakker van te liggen. In 2011 was reeds 1 op 5 Ieperling al ouder dan 65, als we niet ingrijpen schat de Vlaamse studiedienst dat dit tegen 2030 zal oplopen tot bijna 1 op 3.
De brain drain mag dan volgens jullie quasi onbestaande zijn in Ieper, de ontwerper bevestigt wel het onvermogen om werknemers – meestal jonge dynamische tweeverdieners – aan te trekken. Als we de welvaartindex bekijken in Ieper – dat is de vergelijking tussen het gemiddelde fiscale inkomen per gezin in Ieper versus in Vlaanderen – dan blijkt dat in grote delen van het stedelijk gebied en in het gros van de deelgemeenten, de welvaartsindex ondergemiddeld is.
We moeten dan ook veel meer inspanningen leveren om werkende bevolking in onze stad te laten huisvesten, dit zal ook meerwaarde hebben voor wie het moeilijker heeft, of wie tijdelijk of definitief ondersteuning behoeft.
Want de cijfers liegen er niet om: bijna 2/3 van wie in Ieper werkt, woont hier niet.
Zij zijn net nodig om onze stad zuurstof te geven. Niet alleen naar dynamiek, consumptie, ondernemen toe maar zij zijn ook een belangrijke bron van inkomsten voor onze stad. Ook op die nagel hebben wij al ontelbare keren geklopt.
Het GRS legt de vinger op die wonde maar gaat dan weer heel kort door de bocht wanneer men meent dat de nodige inhaalbeweging is ingezet met de ontwikkeling van de duurzame wijk “De Vloei” is. Het is me trouwens een raadsel waar de stelling vandaan komt dat – en ik citeer – “de interesse voor deze woonomgeving groot is”. Of misschien is de verkoop sedert vorige maand ondertussen duizelingwekkend gestegen?
Wonen is trouwens maar één aspect en bijlange niet voldoende opdat nieuw bloed zich hier zou vestigen. Het vereist een totaalaanpak waar naast werkgelegenheid en opleidingen op maat, een bedrijfsvriendelijk klimaat, ook het aanbod van producten en diensten, onderwijs, mobiliteit, cultuur, enz minstens even aantrekkelijk dienen te zijn. De beslissing om ergens te wonen is zelden louter gebaseerd op een stukje grond, men moet daar ook “willen” wonen.
Andere verontrustende conclusie is het economisch leggen van alle troeven bij het regionaal bedrijventerrein Reigersburg. Waarvan ten eerste dit verre van een geschikte locatie is voor een bedrijventerrein en ten tweede er een juridische procedure lopende is bij de Raad van State.
Als er al een positieve uitspraak van de Raad van State zou vallen dan nog zit het dossier rond de ontsluiting ter hoogte van de N8 geblokkeerd door de vernietiging van het GRUP over de wegverbinding Ieper – Veurne.
Er is dringend bijkomende ruimte voor bedrijvigheid nodig en het ziet er niet naar uit dat deze nood snel zal kunnen worden ingevuld. In het GRS wordt alvast geen degelijke alternatieve oplossing aangeboden. Het beste alternatief na Reigersburg volgens de locatiestudie van 2010 was de zone ten noordwesten van Ieper, wat jullie met de plannen rond de site Veurnseweg meteen al kortwieken. Wij storen ons trouwens ook mateloos aan het koppig tegenhouden van de realisatie van hoge akker II in Vlamertinge terwijl dit net voor het grijpen ligt
Onze fractie vindt het dan ook onverantwoord dat jullie halstarrig blijven wedden op één mank paard. Een risicovolle weddenschap met potentieel zware gevolgen voor de economische ontwikkeling van onze stad.
De ontwerper gaat ook in op de knelpunten van de huidige mobiliteit en we treden hem daar graag bij: de Ieperling zo stelt hij begeeft zich quasi elke dag van zijn woning naar zijn werk en terug mét allerlei tussenstops: scholen, boodschappen, centrum, sportsite enz. De bereikbaarheid en ontsluiting van de stad is dan ook cruciaal: we moeten zo zegt de ontwerper dan ook zorgen voor het verkleinen van de afstanden tussen al deze tussenstops en ik concludeer dan maar zelf: NIET met lussen die net de afstanden gaan vergroten.
Opmerkelijk staat er in het richtinggevend gedeelte van het GRS dat een nieuwe visie op de mobiliteit in de binnenstad recent werd uitgewerkt: bevreemdend want bij ons weten is dit nog niet goedgekeurd noch in het schepencollege, noch door deze gemeenteraad, het zou van deugdelijk bestuur getuigen om niet van dergelijke premisses uit te gaan.
En als we effectief de afstanden tussen al die tussenstops willen verbeteren, dan moeten we ook zorgen voor een voldoende aanbod aan parkeerplaatsen dichtbij al die tussenstops.
Het GRS bevestigt trouwens – en dit wordt niet herzien – dat de toenemende parkeerdruk in het centrum een probleem is en men stelt er als oplossing voor: dat het aantal openbare parkeerplaatsen niet mag afnemen én dat ondergronds parkeren gestimuleerd moet worden. Dat is dan alvast een engagement in het GRS waar jullie het dus niet zo nauw mee nemen.
Beste collega’s, het is een onbegonnen taak om hier in te gaan op alle details van het GRS, denk dat we dan best al de koffiekoeken voor morgenvroeg zouden bestellen.
Ik zal me dan ook beperken tot enkele grote lijnen en specifieke aandachtspunten voor onze fractie.
De timing van de herziening vooreerst baart onze fractie zorgen.
Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan dient afgestemd te zijn op het Provinciaal Ruimtelijk structuur plan en het Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen.
Wat de meerderheid ook wel weet is dat er op relatief korte termijn een nieuw Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen komt, dat voortaan Beleidsplan Ruimte Vlaanderen zal heten.
Ook de gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen verdwijnen en worden vervangen door GEMEENTELIJKE BELEIDSPLANNEN wat overigens niet alleen een naamswijziging is maar waar ook inhoudelijk dergelijk plan anders is opgebouwd.
Men verwacht tegen deze zomer reeds een ontwerp – Beleidsplan Ruimte Vlaanderen.
Het is dan ook bevreemdend om nu nog te kiezen voor het oude instrument “structuurplan” en niet te wachten op het nieuwe beleidsplan Ruimte Vlaanderen.
Er wordt in het GRS ook duidelijk verwezen naar de impact van de plannen van de provincie en Vlaanderen: er worden zogenaamd “suggesties” gedaan aan de hogere overheid, als die daar later blijken niet op ingaan, dan is het GRS op die aspecten een slag in het water.
De herziening richt haar pijlen op enkele grote luiken waar ook al een aantal bindende bepalingen voor worden vastgelegd.
Ten eerst wat betreft “wonen in Ieper”.
Er kunnen de volgende tien jaar 842 woningen bijkomen. Die kans moeten we uiteraard grijpen.
Niet om de gezinsverdunning bij de bestaande Ieperlingenpopulatie op te vangen maar om nieuwe mensen, beroepsactieve mensen, aan te trekken.
De pijlen worden in de eerste plaats gericht op een uitbreiding in het oosten en schurkt aan bij de duurzame wijk De Vloei, een verdienstelijke poging om duurzaamheid te introduceren maar ene die weinig animo opwekt.
Laat ons voluit gaan voor een gedifferentieerd woningaanbod én een vrije keuze voor wie wenst te bouwen, vrij om zelf te kiezen hoe passief hun woning is en of ze al dan niet parking aan hun voordeur hebben. Kijk maar naar het succes van de vogelwijk bij de Omloopstraat .
Opmerkelijk wordt er ook gedacht aan een derde kleinhandelszone bij een uitbreiding in het oosten van de stad. Werd hierover overlegd met de middenstand, met unizo? Wat is hun standpunt hierover?
Ik las in de bundel dat het bewaken van de complementariteit met de winkels in de binnenstad ook voor jullie een belangrijk aandachtspunt is, wel daar kan ik jullie alvast een waardevolle tip aanreiken: zorg voor voldoende parkeerplaatsen in de binnenstad en de winkels in het centrum zullen veel minder hoeven te vrezen voor kleinhandelszones met ruim parkeeraanbod aan de deur.
We moeten ook ten volle de kaart trekken van het maximaliseren van ons bestaand patrimonium. De kwaliteit van het woningbestand in Ieper kan beter, in vergelijking met het Vlaams gemiddelde heeft Ieper een “oud” woningpatrimonium met een vrij laag gemiddeld comfortniveau. Hier kunnen premies een belangrijke trigger zijn.
In de binnenstad stellen we ook vast dat er heel wat leegstand is boven de handelszaken. Dit zijn opportuniteiten die niet alleen zorgen voor meer “woningen” maar ook voor een dynamiek in het centrum, voor een meer onderhouden stad, voor een veiligere stad.
Als laatste punt inzake bewoning had ik ook graag bijzondere aandacht gevraagd voor domein Elzenwalle. Noch het GRS noch de herziening doen hier specifieke uitspraken over. Het gebied is nu grotendeels ingekleurd voor verblijfsrecreatie, weekendverblijven aldus. Er kan in principe niet permanent gewoond worden maar we weten allen dat de realiteit anders is, heel wat bewoners zijn er ook gedomicilieerd. Een aantal onder hen kreeg ondertussen een tijdelijk woonrecht tot 2029 maar de bewoners blijven ijveren voor permanente bewoning. Die beslissing moet hier nu vandaag niet genomen worden en dient ook grondig onderzocht te worden en afgetoetst met de hogere overheid. Maar uit de notulen van het SC van 16 januari blijkt dat de hoofdreden om dit niet verder te onderzoeken net de strijdigheid is met de bepalingen van onder meer het GRS. Het lijkt ons verstandig om de deuren hier niet a priori te sluiten voor een regularisatie en bij de herziening hier reeds rekening mee te houden.
Hot item van het GRS is de zone rond de kazerne…
De goesting om de gronden rond de kazerne aan te snijden is in ieder geval bijzonder groot. Een bekommernis over het lot van de militairen en behoud van werkgelegenheid op die site is alvast nergens te bespeuren in het lijvige document. De kazerne is nochtans een belangrijke werkgever. 270 militairen zijn er aan de slag waarvan 1 op 4, woont in Ieper en 1 op 2 in de westhoek, en er zijn ook de talrijke toeleveringsbedrijven in onze regio, daar zit dus ook nog heel wat marge om die werknemers aan te trekken als inwoner van onze stad.
Onze fractie hoopt dat die goesting in de gronden rond de kazerne, geen afbreuk doet aan de houding die we hier in maart van 2015 nog unaniem hebben aangenomen om volop de kaart te trekken voor het behoud van de kazerne. We begrijpen uiteraard dat het moet opgenomen worden in de herziening van het GRS en wij zien ook wel het potentieel voor Ieper, maar roepen op om geen selffulling prophecy in de hand te werken.
Een derde grote luik is de site Veurnseweg.
De focus ligt daar vooral op gemeenschapsvoorzieningen en dan in het bijzonder denkt men al heel specifiek aan een scholencampus waar we ons de vraag stellen in hoeverre dit al afgetoetst werd met de scholen in de binnenstad? Het is ook verwonderlijk dat de site aan de kazerne niet langer expliciet als toekomstige potentiële campus wordt weerhouden. Terecht vraagt de gecoro om een gedetailleerde analyse te maken van de sterktes en zwakten van beide zones en daar nu nog geen keuze te maken.
Er is ook op de site Veurnseweg ook sprake van ruimte voor nieuwe bedrijvigheid met als troef de ontsluiting richting noorderring, terecht de ideale ontsluiting naar de A19, richting Kortrijk, wel voorlopig toch alleen maar die kant uit J.
Maar zoals door mij eerder al aangehaald de ruimte voor bedrijvigheid op die site zal door de geplande gemeenschapsvoorzieningen, beperkt zijn in oppervlakte en niet volstaan om de nood op te vangen zeker niet wanneer Reigersburg het levenslicht niet ziet.
En dan wil ik het ook nog even hebben over het vermeende tekort aan openbare groene ruimte intra muros.
Volgens richtlijnen van 1993, opgesteld door éne VZW mens en ruimte, zouden de inwoners van de binnenstad nood hebben aan 12ha groen terwijl er maar 2,5 ha beschikbaar is.
Mijn eerste reactie was er ene van verbazing, als ik aan groen in Ieper denk, zie ik meteen ons unieke vestinglandschap, een uitgestrekte groene gordel die loopt langs drie vierde van de binnenstad. Ik denk dat we in vergelijking met heel wat andere steden en gemeenten net in een luxe-positie zitten wat groen in de nabijheid betreft. We moeten dan ook met gezond verstand en realisme omgaan met dergelijke richtlijnen.
Tijdens de toelichtingssessie deed schepen Dehaene, weliswaar als grap bedoeld, de suggestie om parkeerplaatsen in de binnenstad op te offeren voor extra groen. Wel collega Dehaene, u hebt gelijk! Laat ons parkeerplaatsen opofferen voor meer groen, graag zelfs! Dat kan perfect en we kunnen dit zelfs doen ZONDER dat we parkeerplaatsen verliezen.
We steken de wagens onder de grond!
Zeg nu zelf, dé ideale oplossing om bovengronds meer open ruimte en meer groen te voorzien.
De focus dienst in ieder geval te liggen niet op kwantitatief groen maar vooral op kwalitatief groen.
We hebben dan ook sympathie voor de denkpiste om bijvoorbeeld bij een verplaatsing van de scholen richting stadsrand deze grote binnenstedelijke sites een doorwaadbaar én tevens groen karakter te geven.
Als we dan toch aan bepaalde richtlijnen moeten of willen voldoen, dan is het efficiënter om één grote ruimte groen te creëren eerder dan een lappendeken van kleine groenelementen die weinig impact hebben in aanvoelen.
We willen ook wijzen op het fragiel evenwicht dat kan ontstaan tussen groen en economische vooruitgang. In het GRS is sprake van een inname van een deel van de open ruimte rond het Jan Yperman voor een “parkachtige inrichting”, en meteen komt de boodschap aan het Jan Yperman om in de toekomst verticaal te gaan uitbreiden ipv horizontaal. Jan Yperman behoort tot één van de grootste werkgevers van Ieper, met meer dan 1000 werknemers. Met de hervorming van het ziekenhuislandschap ligt de focus ook meer en meer op netwerkvorming en samenwerking. Zo heeft Jan Yperman vorige week een samenwerking aangekondigd met AZ Delta in Roeselare. Uitbreiding lijkt ons onvermijdelijk. Vooraleer hier knopen door te hakken kan dit best goed doorsproken worden met het Jan Yperman ziekenhuis.
Onze fractie wil tevens de nadruk leggen op het belang van kleine windmolens. In het GRS worden hier slechts enkele zinnen aan gewijd, namelijk dat tot op heden de aanvragen steeds negatief beoordeeld maar zou men hier “een opener houding” willen in aannemen. Dat kunnen we alleen maar toejuichen en hopen dat die open houding er effectief ook zal zijn.
De technologie staat immers niet stil, het is dan ook te verwachten dat ook het rendement van dergelijke turbines alleen maar zal verhogen. Ook de Gecoro liet dit in haar advies open.
En tot slot wat betreft het specifieke beleidskader voor restaurants en café’s in de open ruimte.
Samengevat: wie niet ligt aan een toeristisch-recreatief knooppunt of route, zal niet meer kunnen uitbreiden. 13 Ieperse restaurants en café’s, jullie hebben zelf de lijst al opgemaakt, zijn hierdoor op middellange of lange termijn wellicht ten dode opgeschreven. Dit sluit weliswaar aan op het provinciaal beleidskader maar Ieper kan zich soepeler opstellen in de definitie van wat of wie als toeristisch-recreatief dient te worden beschouwd. Het lijkt ons ook niet meer dan fair dat de getroffen uitbaters zo snel mogelijk worden geïnformeerd over hun potentieel beperkte toekomstmogelijkheden.
Beste collega’s, ik rond af, er wordt gehamerd op het feit dat het geen bestemmingsplan is maar dat is een rad voor de ogen draaien, er worden wel degelijk duidelijke beleidskeuzes gemaakt over de invulling van de Ieperse ruimte in de toekomst, men zal zich hier aan moeten houden de komende twee decennia, 23 jaar lang, tegen dan zijn we bijna allen hier op pensioen. Sta daar even bij stil vooraleer dit als één van de agendapunten in de rij goed te keuren.