Ieperling Wilfried Feliers die in het centrum van Ieper een rijhuis wil bouwen krijgt een bijkomende rekening van 50.000€, omdat het Iepers stadsbestuur hem verplicht eerst archeologen op zijn bouwgrond toe te laten.
Schepen en waarnemend burgemeester Frans Lignel verdedigt de beslissing. “De Ieperse archiëven gingen grotendeels verloren tijdens de oorlog, waardoor enkel de ondergrond nog rest als informatiebron.”
In Brussel vallen ze ondertussen van hun stoel. Minister Bourgeois (N-VA) merkt op dat Ieper zelf beslist over de noodzaak van archeologisch onderzoek bij kleine projecten. En het Iepers Stadbestuur maakt daar blijkbaar gretig gebruik van. Volgens het Agentschap Onroerend Erfgoed was het hierbij echter nooit de bedoeling dat particulieren zouden opdraaien voor de kosten.
Wanneer schepen Frans Lignel wordt voorgelegd dat in Brugge en Gent de lokale overheid tussenkomt, reageert hij als volgt. “Dat klopt, maar dat zijn steden van meer dan 100.000 inwoners. Een provinciestadje als Ieper kan dat niet dragen.” Pech dus voor de heer Feliers dat hij in zijn eigen stad Ieper wil bouwen.
De heer Feliers is trouwens geen alleenstaand geval. Het is duidelijk dat het Iepers stadsbestuur vergeet dat er in Ieper ook nog mensen wonen, en er zelfs graag willen bouwen. Betaalbaar wonen begint nog steeds met de bouwgrond.
Open Vld Ieper stelt dat indien het stadsbestuur graag archeologische werken wil uitvoeren, zij die zelf dient te financïëren. Zij kan die kosten niet willekeurig doorschuiven naar de particulier. Dat de bouwheer zijn grond tijdelijk gratis ter beschikking moet stellen lijkt nog aanvaardbaar, maar dat hij opdraait voor de torenhoge kosten is volkomen onbegrijpelijk.
De vergelijking die Frans Lignel maakt met andere Vlaamse steden klopt trouwens niet, want met de verkoop van de waterdienst zit de Stad Ieper op een dikke zak geld.
Bij het archeologisch onderzoek werd niets van waarde gevonden: 2 vazen en 2 paardenscheletten. Een magere opbrengst voor 50.000€ als je het mij vraagt …