Bron: De Morgen 20/11/2017
De meerderheidspartijen in het Vlaams Parlement (N-VA, CD&V en Open Vld) hebben een nieuw kader uitgewerkt voor interlandelijke adoptie. Bedoeling is om zoveel mogelijk onzekerheden en misbruiken te vermijden en kandidaat-ouders beter bij te staan.
De regels rond interlandelijke adoptie zijn pas vijf jaar geleden vernieuwd. “Maar de thematiek evolueert dermate snel, dat nieuwe regelgeving zich opdringt”, zegt Katrien Schryvers (CD&V). “Niet alleen is het aantal interlandelijke adopties sterk gedaald (van 122 in 2012 tot 62 in 2016), wat de organisatie van de adopties sterk beïnvloedt, meermaals kregen we te maken met vragen en onduidelijkheden in bestaande kanalen”.
Het gebeurt dat een adoptiedienst of het Vlaams Centrum voor Adoptie de samenwerking met een adoptiekanaal of een -dienst in het buitenland opschort of stopzet, bijvoorbeeld bij twijfels over de integriteit of wanneer de wetgeving in het desbetreffende land verandert. “In dat geval moeten kandidaat-adoptieouders de mogelijkheid krijgen om over te stappen naar een ander adoptiekanaal, zonder weer helemaal achteraan de wachtlijst te moeten belanden”, zegt Lorin Parys (N-VA).
Psychologische zorg
De meerderheidspartijen willen ook dat de adoptiediensten in elke fase van het adoptieproces zorgen voor psychosociale bijstand voor de kandidaat-ouders. Ook na de adoptie zou er, indien nodig, nazorg moeten zijn. “Sommige adoptie-ouders of geadopteerden kloppen hiervoor liever niet aan bij de adoptiedienst zelf”, zegt Emmily Talpe (Open Vld). “Nazorg moet daarom ook een taak zijn van het Steunpunt Adoptie. Adoptanten en geadopteerden hebben daardoor de keuze tot wie ze zich richten”.
De meerderheidspartijen vragen in een resolutie ook naar een betere afstemming tussen het Vlaamse en het federale niveau. Ze vragen ook garanties voor wat betreft de middelen die de kandidaat-adoptanten betalen voor projectsteun.